“Sociaal domein op koers?”, zo luidt de titel van een recent SCP-rapport over de decentralisatie van o.a. zorg en jeugdzorg naar de gemeenten. Het Rijk wordt geadviseerd om zich te herbezinnen op deze decentralisaties, op de uitgangspunten die daarbij aan de orde waren, en ook op de financiële keuzes die hierbij zijn gemaakt.
Het SCP haalt de aannames en argumenten achter de decentralisaties grotendeels onderuit: ‘De verwachtingen van het nieuwe beleid waren te hoog gespannen, bijvoorbeeld over de zelfredzaamheid van mensen en een zorgzamere samenleving. Gemeenten behalen nog geen betere resultaten dan het rijk. De betrokken ministeries zijn nu aan zet om realistische doelen te stellen en regels beter op elkaar af stemmen.’ Maar wat staat de gemeente Enschede nu te doen? Hierover heb ik schriftelijke vragen gesteld aan het College van B&W. Lees de vragen en antwoorden hier.
Hoe dient een grote gemeente als Enschede zich richting het Rijk op te stellen? En hoe moeten we aankijken tegen de ambitie om de gedecentraliseerde taken op termijn met de financiële middelen van het Rijk uit te voeren? Wat is het nut van veel dure ambtelijke inzet, monitoring, advisering e.d. als de decentralisaties zoals ze bedacht waren niet realiseerbaar blijken te zijn? Met de antwoorden op onze vragen vanuit het College, zijn we nog niet tevreden.
GroenLinks vindt op de eerste plaats dat inwoners niet de dupe mogen worden van misrekeningen van Den Haag. Het SCP laat zien dat het onmogelijk is om met de middelen van het Rijk uit te komen en dat betekent dat verder snijden in de uitvoeringskosten de problemen alleen maar groter maakt. Het College lijkt hier nog niet zo van overtuigd en dat is zorgelijk. Het kan niet zo zijn dat er blindelings bijgestuurd gaat worden, om de tekorten te drukken. Daarnaast lijkt het nuttig om gelet op de fundamentele conclusies van het SCP kritisch te kijken naar de ambtelijke inzet die op de transformaties zit. Er wordt veel tijd en geld besteed aan het opstellen van plannen, adviezen en ‘monitors’, terwijl al die inzet waarschijnlijk niet beloond zal worden met concrete resultaten. Deels hebben we hier zelf om gevraagd, maar wat er in de beleidsondersteuning echt nodig is daar moet het College zelf kritischer naar gaan kijken.