Er waren zevenendertig partijen! Zevenendertig! Ik vind het zelf al moeilijk om te kiezen tussen tien soorten chips, en daar hangt dan niet de toekomst van heel Nederland van af.
Waar zijn de tijden gebleven dat ik kon kiezen tussen paprikachips en naturel, en vooruit, Nibbit. Dat was al moeilijk genoeg. Maar nu sta ik minimaal een half uur de Albert Heijn te blokkeren omdat ik niet kan kiezen tussen de smaken wokgegrilde-zongedroogde-vlierbloesem of gekarameliseerde- zacht-geaaide-aardpeer. Laat me met rust, ik haal wel kaas, even kijken hoor, harde kaas, verse kaas, zachte kaas, blauwe kaas. Argh!
Laat staan dat de gemiddelde zwevende kiezer zou moeten weten welke politieke partijen er allemaal zijn en waar ze voor staan. Een voorbeeld; Code Oranje, dat is schijnbaar een partij. Waar ze voor staan, geen idee. Wachten bij het stoplicht denk ik. Ik weet het niet. Code Oranje. Blijf vooral binnen en ga de weg niet op.
Of de partij ‘Oprecht’, dat was ook een partij. Ik vertrouw ze voor geen meter. Als ik iemand voor het eerst tegenkom en het eerste wat die persoon zegt is, “mij kun je vertrouwen.” Dan is het minimaal een psychopaat of belastinginspecteur. Wat heb je te verbergen? Ga weg engerd.
Of de partijen ‘Vrij en Sociaal Nederland’, ‘Wij zijn Nederland’ en ‘Modern Nederland’, Ik weet het niet. Ik denk dat het afsplitsingen zijn van dezelfde groep die het niet eens werd over de naam. Sowieso, ‘wij zijn Nederland’, wat is dat voor een naam? Wat was het alternatief? ‘Toch geen België.’
Mijn punt is, als je zwevende kiezer was, dan was verkiezingstijd de hel. Waar moet hij of zij in Godsnaam op kiezen als minimaal vijf verschillende partijen al zeggen Gods gedachtengoed te verkondigen.
En u zult zeggen. Dan konden ze toch gewoon een kieswijzer doen? Waarop ik dan zeg: weet u wel hoeveel verschillende kieswijzers er waren? Elke krant, dagblad of tv programma heeft tegenwoordig een stemwijzer, een kieswijzer, een kieskompas, een stemkompas, een stemkiezer, een kieskiezer of een kompaskiesstemmer.
En als je er eindelijk een gekozen hebt, dan krijg je allemaal van die onmogelijke keuzes voorgelegd. Eens-oneens. Goed-slecht. Jerry-Sylvana. Waar zijn de grijstinten gebleven? Bij Henk Krol of bij 50-plus? De zwevende kiezer had het lastig.
Zo kwam ik zelf in de verkiezingstijd bij een bakker die vroeg “Wilt u meer of minder tarwe in uw brood?” Toen dacht ik, ik wil hier niks mee te maken hebben, ik hoef niks te kiezen, ik zit al bij GroenLinks, dus ik zei: “Doe mijn brood maar zo groen mogelijk!” Waarop ik een beschimmeld brood meekreeg. Toch voelde het goed om niet zwevend te hoeven zijn, om ergens bij te horen. Maar dat betekent ook dat ik het moet kunnen incasseren als mensen dan kiezen voor een andere politieke groep, om welke reden dan ook. Dan kan ik op mijn beurt weer nadenken over onze standpunten en ons verhaal. Op naar de gemeenteraadsverkiezing.