Beste lezer,
Omdat uitstelgedrag mij niet vreemd is schrijf ik dit heel wat later uit dan de vergadering zelf. Bij schrijven is het nu één dag voor de Verkiezingen in de Verenigde Staten en daarnaast is het ook een maandagochtend na wéér een gebroken temperatuurrecord. Door die hoge temperatuur lag ik zowel wakker van een te dik en warm dekbed als van de angst dat we het Nederlandse klimaat waar ik zo van houd aan het kwijtraken zijn. Beide van deze onderwerpen doen de gebeurtenissen in stadsdeel West een beetje triviaal lijken, maar desondanks is dat wat u van mij mag verwachten, daar ben ik uw fractievertegenwoordiger van West voor. De rest houdt u tegoed in een andere column, want dit verhaal is zo al te lang geworden...
Op 22 september was de stadsdeelvergadering van West. Nog steeds in coronatijd en dat blijft wennen. Daar zit ik dan, een kwartiertje voor aanvang weer achter mijn eigen pc te zoeken naar de zoom-link voor de vergadering, die ik bovendien niet kan vinden. Dus ik app maar even de voorzitter (dank aan onze Jelle!) die mij vertelt dat we in de raadszaal zitten… dus ik mag kijken of ik nog conditie op de fiets heb. Waarna je ook niet teveel buiten adem moet zijn, want dan denkt iedereen dat je corona hebt. Waarom we overigens niet digitaal vergaderd hebben vraag ik me nog steeds af, maar aan de andere kant is het ook mooi om in de Raadszaal te zitten. Voor mij de eerste keer officieel als fractievertegenwoordiger.
Het open podium was nog maar net begonnen. Dat open podium is nog niet het officiële deel van de vergadering, maar eerst een deel georganiseerd door een paar commissieleden zelf om het de stadsdeelcommissie kennis te laten maken met meer dagelijkse dingen die in West gebeuren. Vandaag gaat dat over jeugdzaken. Een dame van het practoraat burgerschap (moeilijk woord) van het ROC vertelde over het verbinden van burgerschap aan beroep, socialiseren en eigen- en medeverantwoordelijkheid. Net zoals dat teveel is voor één zin was dat eigenlijk te veel voor die korte tijd. Verder kwamen jongeren zelf aan het woord over de moeilijkheden rondom corona. Iemand vertelde over de moeilijkheid van in je eentje moeten zorgen voor je zieke moeder met alle beperkingen, terwijl aan de andere kant voetballen gewoon mag. Dat dit moeilijk te begrijpen is, en dat is ook zo. Het was even nog stiller in de raadszaal. Medewerkers van jongerenwerk vertelde daarna over hoe het daar ging tijdens corona, over activiteiten op 1,5 m, over denken aan hun eigen gezondheid en over grote groepen jongeren die negatief in nieuws waren. Ze gaven aan dat aandacht van de politiek voor jongeren fijn is. Tot slot was het woord aan de directeur van het Bonhoeffer. Over achterstanden en herfstschool, het feit dat leerlingen blijven knuffelen (“ga er maar eens tussen staan…”), over het feit dat het geen goed teken is als kinderen lang op school blijven hangen en over de laptops die geregeld zijn voor kinderen die dat niet hebben.
Al met al boeiende onderwerpen, al blijf ik me afvragen wat we als raad met veel van die informatie kunnen. Een van de collega’s vroeg of leerlingen hun achterstand kunnen wegwerken. Als geïnteresseerd mens absoluut goed om naar te vragen. Maar of dat iets is waar je als raadslid iets mee moet… Onderwijs is geen gemeentelijke aangelegenheid, en zoiets als GroenLinks bijlessen zijn denk ik ook niet de oplossing (maar wel leuk voor een keer). Maar belangrijk is het wel. Bijvoorbeeld het gebrek aan positieve aandacht voor praktijkonderwijs. Belangrijk, maar niet echt een Enschede-West ding.
Tijd voor het officiële deel. Een momentje om coronaproof de mensen van het open podium te laten vertrekken terwijl wij blijven zitten. Ik denk bij mezelf ‘digitaal was dat natuurlijk veel makkelijker geweest’ maar misschien is dat mijn fietsfrustratie die spreekt. Daarna mededelingen over de veiligheid rond de fietstunnels, betere lichtmasten en andere aandachtspunten. Over het Wijkverkeersplan Twekkelo dat uitgevoerd gaat worden en een rondvraag over de waaltjes aan de Harberingsweg. Ohja, dat liep ook nog, goed dat die collega daarnaar vraagt.
Het volgende programma onderdeel was de presentatie van het plan Cromhoffpark. Beste lezer, als er plannen zijn die elementen bevatten die GroenLinks elementen bevatten dan is dit het. De windmolens ontbreken nog (want midden in de stad), maar wel met aandacht voor groen, natuur, cultuur, cultuurhistorie. Een waterpomp die wordt uitgezet, een bos dat donker blijft, ruimte voor kunstenaars, het grootste houten gebouw van Nederland en een inzet op woningen met gedeelde gemeenschappelijke ruimte en minder ruimte voor wegen, maar in plaats daarvan een insteek van zogenaamde deelmobiliteit. Alsof je ondergedompeld wordt in een warm bad van een toekomst van duurzaamheid. Aan de andere kant blijft het natuurlijk wel het een presentatie, en die moet je waarschijnlijk met een korreltje zout nemen. Maar een kritisch geluid heb ik niet direct. Een collega vroeg of zoveel ruimte voor water niet zou leiden tot meer muggen. Ook was er een kritische opmerking over de naam. ‘Cromhoff’ zou associaties oproepen met bejaarden. Nou weet ik niet hoe dat met u is, maar ik heb dat nog nooit gehoord. Ik wil daar wel wonen hoor, zelfs met een mogelijk bejaarde naam.
De ontwikkelaar is dusdanig enthousiast dat de tijd voor de overige onderwerpen begint te dringen. We moeten door, en we gaan door. Langs het bestemmingsplan van het Geert de Leeuwhuis (lijkt ons prima, maar het echte besluit volgt pas later). Vervolgens over de geluidsoverlast van straatraces. Het afsluiten van de parkeerplaats werkt, maar mogelijk wordt het daarmee weer verplaatst naar andere plekken in de stad. Moeilijk. Qua overlast komt ook het Hattelerpark nog aan de orde, waar velen jongeren samen kwamen en overlast veroorzaakten. De plekken zijn deels met hekken afgesloten en de jongeren weggestuurd. Dan denk ik wel, moeten we ook niet zorgen voor een plek waar ze wel heen kunnen? Soms moet je datgene wat overlast veroorzaakt niet willen verbieden maar liever in goede banen leiden. Maar ja, dat maakt het ook niet makkelijker. Ook overwegen ze maatregelen als het plaatsen van ‘Mosquitos’: apparaatjes met hoge pieptoon waar alleen jonge mensen last van hebben. Dat zit mij niet lekker. Actief mensen wegpesten geeft mij al een nare smaak, maar al helemaal vraag ik me af wat de effecten op de natuur zijn van zo’n ding. Als u daar meer over weet (met bronnen), dan hoor ik daar graag meer over, want mijn eerste zoeken in de wetenschap levert me te weinig op. Maar terwijl ik daar over nadenk is het laatste punt al aan de orde. ‘De Boei’ aan de spinnerstraat wordt het nieuwe stadsdeelcentrum. Lijkt me prima. En met dat einde kan ik weer terugfietsen naar huis. Had dit echt niet digitaal gekund?